4,1 miljard euro: dit is het bedrag dat de Europese Commissie vrijmaakt om privé investeringen aan te moedigen in Afrika en in de buurlanden van Europa. Antwoorden op een aantal veelgestelde vragen.
Hoe wil de EU privé investeerders aanmoedigen?
Hiertoe werden het Externe Investeringsplan (EIP) en zijn financiële motor, het Europees Fonds voor Duurzame Ontwikkeling (EFDO), in het leven geroepen. De aanpak valt best te vergelijken met het ‘Juncker Plan’: het geld wordt namelijk niet rechtstreeks ter beschikking gesteld van de ondernemingen, wel van financiële instellingen die als partners optreden om ondernemingen te helpen verrichtingen te waarborgen, risico’s te delen en leningen te financieren. Europa gebruikt dus een beetje overheidsgeld om veel privé geld te mobiliseren. Met een startsom van 4,1 miljard euro beoogt de Commissie tegen 2020 een fondsenwerving ter hoogte van 44 miljard. Ervaring met het Juncker Plan toonde aan dat dit werkt.
Welke landen zijn hierbij betrokken?
Sub-Saharisch Afrika en buurlanden van Europa in het Middellandse Zeegebied en in Oost-Europa.
Waarom precies die landen?
Omdat ze met aanzienlijke investeringsbehoeften kampen. Rechtstreekse internationale investeringen in ontwikkelingslanden zijn sinds de financiële crisis van 2008 gevoelig gedaald. Erger nog: de landen die dit het meest nodig hebben, blijven zwaar ondergefinancierd. In Afrika gaat minder dan 10% van de internationale investeringen naar zogenaamde ‘kwetsbare’ landen, die minder ontwikkeld zijn en onder veel geweld gebukt gaan. Een zaak op gang brengen in een dergelijk kwetsbaar land kost tot driemaal zoveel als ergens anders. Daarom is een van de voornaamste doelstellingen van het EIP de creatie van activiteiten en tewerkstelling in de doellanden om het welzijn van de bevolking te verbeteren en het probleem van de migratiebewegingen naar Europa aan de bron aan te pakken.
Financiële middelen: allemaal goed en wel, maar in ‘kwetsbare’ landen belemmeren heel wat andere factoren de investeringen.
Dat klopt. En deze factoren zijn o.a. de politieke en juridische onveiligheid, het gebrek aan infrastructuren enz. De financiële motor is daarom slechts één van de drie pijlers waarop het EIP berust. De tweede pijler is technische bijstand, om de begunstigden te helpen meer doordachte en aantrekkelijke projecten te ontwikkelen, waarmee ze investeerders gemakkelijker zullen kunnen overtuigen. En de derde pijler is de dialoog met de partnerlanden om het investeringsklimaat en de zakenwereld ter plaatse te verbeteren.
In welke domeinen wordt geïnvesteerd?
Het plan beoogt een ‘integratieve en duurzame’ ontwikkeling, met onder andere de creatie van lokale jobs, meer bepaald voor jongeren en vrouwen. De eerste investeringen richten zich voornamelijk tot enkele belangrijke sectoren voor duurzame ontwikkeling: hernieuwbare energieën, energie-efficiëntie, de strijd tegen de klimaatverandering, steun aan de ZKO’s en KMO’s, naast milieuvriendelijke landbouw, duurzame steden of digitalisering.
Mogen Europese ondernemingen hieraan deelnemen?
Uiteraard, voor zover hun projecten overeenstemmen met de doelstellingen van het EIP en de voorwaarden naleven. Deze bedrijven krijgen echter geen enkele voorrang op de lokale ondernemingen.
Welke financiële instellingen nemen hieraan deel?
Al de instellingen die een audit van de Commissie hebben ondergaan en die bevoegd zijn om Europese middelen te beheren. Hierbij horen onder andere de Europese Investeringsbank, de EBWO, de Banque Africaine de Développement enz.
Tot wie moeten we ons richten en hoe kunnen we een project indienen?
De ondernemingen zijn welkom bij de betrokken financiële instellingen om zich te informeren over de beschikbare hulpmiddelen. Om dit traject te vergemakkelijken, biedt de Europese Commissie trouwens een virtueel ‘enig loket’ aan, onder de vorm van een webportaal waar u terecht kunt met vragen, een financiering kunt aanvragen en projecten kunt voorstellen. Het EIP secretariaat zal de aanvragen doorsturen naar de partnerinstellingen. Indien een project steun zou kunnen krijgen van het EFDO, verwijst het secretariaat de onderneming naar een lijst van bevoegde financiële instellingen in het betrokken gebied.
Verdere stappen
Zie https://ec.europa.eu/commission/external-investment-plan_en ;
e-mail : ec-eip-efsd-secretariat@ec.europa.eu
Contact: Jean-Philippe Mergen – tel. 02 210 01 77 – jpm@beci.be