In Internationalisering, Internationalisering

De collaboratieve economie is bijzonder controversieel en weinig bekend en wordt meestal geassocieerd met deze twee grote namen. Maar initiatieven die in Brussel ontstaan tonen aan dat de collaboratieve economie ook een positieve impact kan hebben op de maatschappij. Het Europees project EU-GIVE heeft net de bedoeling om de internationale ontwikkeling en de vermenigvuldiging van dergelijke initiatieven rond de sociale en duurzame economie te promoten. Wat bedoelen we met collaboratieve economie?
De collaboratieve economie (soms ook wel deeleconomie genoemd) is trendy. Vaak echter zonder goed te weten wat deze term betekent. In haar communicatie van 2016 heeft de Europese commissie

  •  die gedefinieerd als “bedrijfsmodellen waarin activiteiten worden gefaciliteerd door deelplatforms die een open marktplaats tot stand brengen voor het tijdelijke gebruik van (vaak door particulieren aangeboden) goederen of diensten. ‘;
  • en vermeld dat: “Bij de deeleconomie zijn drie categorieën actoren betrokken: i) dienstverleners die activa, middelen, tijd en/of vaardigheden delen — dit kunnen particulieren zijn die af en toe diensten aanbieden (“peers”) of dienstverleners die in hun beroepshoedanigheid handelen (“professionele dienstverleners”); ii) gebruikers hiervan; en iii) tussenpersonen die aanbieders en gebruikers met elkaar in contact brengen — via een online platform — en die transacties tussen hen faciliteren (“deelplatforms”).  ‘;
  • en ten slotte dat: “Bij transacties in de deeleconomie is er algemeen geen sprake van overdracht van eigendom en deze transacties kunnen met of zonder winstoogmerk worden uitgevoerd. “.

Een centraal element lijkt bijzonder belangrijk: de onderneming of het initiatief verkoopt niet alleen een product of een service maar creëert tegelijk een open netwerk van gebruikers die hen verbindt om gemeenschappelijk meerwaarde te creëren in een horizontale logica. Dit netwerk berust vaak op de creatie van een internetplatform, maar dit is slechts één middel. Er zijn er andere.
De nieuwe businessmodellen die hiervan worden afgeleid betreffen particulieren

  • P2P (Peer 2 Peer) of C2C (Consommer-to-Consumers)
  • Maar ook C2B2C (C2C via een tussenpersoon-onderneming), B2B2C (B2C via  tussenkomst van een andere onderneming)…

De tussenpersoon kan trouwens een min of meer belangrijke rol spelen

  • als technisch contactpunt (een elektronische zoekertjesmuur),
  • voor de creatie van een nieuwe markt (waar de prijzen worden bepaald in onderling overleg tussen kopers en verkopers)
  • die kunnen wegen op de prijs en de voorwaarden voor de uitwisseling.

Zoals de expert Aurélie Duthoit uitlegt (cf. bronnen), verschijnt de collaboratieve economie bijgevolg in zeker mate op het kruisvlak van drie andere vormen van economie, zonder zich hierin te mengen:

  • de circulaire economie (bijvoorbeeld door uw afval om te vormen tot grondstoffen voor anderen).
  • de lokale economie (bijvoorbeeld de korte kringlopen…)
  • en de gebruikseconomie (u koop geen goed, maar alleen het gebruiksrecht en dit voor een vooraf bepaalde periode).

Indien de collaboratieve economie dan alle een potentieel disruptief karakter heeft voor de klassieke economie, zoals AirBnB en Uber hebben bewezen, kan deze eveneens een nieuwe dynamiek genereren waarbij particulieren (“prosumenten”) maar ook de burgers zelf worden betrokken om een positieve impact te genereren op de maatschappij.

Tendensen in Brussel

De aandacht voor deze positieve gevolgen voor de maatschappij in onze gewesten is net een van de fundamenten van het Europese project EU-GIVE waarbij hub.brussels is betrokken als partner van het Enterprise Europe Network (EEN). Ter herinnering die EEN-netwerkt biedt ondersteuning, advies en begeleiding aan Brusselse KMO’s om u te helpen te internationaliseren, te innoveren en te profiteren van de opportuniteiten op de interne Europese markt en toegang te krijgen tot de externe markten. EU-GIVE heeft dus de bedoeling om te sensibiliseren op de potentiële mogelijkheden die worden gegenereerd door de collaboratieve economie en om ondernemers voor te bereiden om alle gevolgen van deze nieuwe vorm van economie goed te beheersen. EU-GIVE richt zich in het bijzonder op de kleine en middelgrote ondernemingen en de sociale ondernemingen. De pilootproject loopt over drie fasen over een periode van twee jaar.

In 2018 wil de eerste fase van het project een eerste inventaris opmaken van de bestaande initiatieven in de verschillende betrokken regio’s en landen. Deze inventaris heeft met name de vorm aangenomen van een vragenlijst die werd verzonden aan een doelgroep van initiatieven en afnemende partijen. De conclusie hiervan is dat er nogal wat zijn in Brussel, in vergelijking misschien wel meer dan bij sommigen van onze partners. Ze zitten in erg diverse sectoren en streven verschillende doelstellingen na. In de praktijk is het trouwens niet altijd gemakkelijk om de definitie toe te passen om te beslissen of een onderneming al dan niet behoort tot de collaboratieve economie. Vermits de benchmarking met onze partners nog niet volledig is afgelopen, is het in dit stadium van het project nog te vroeg om namen te citeren, maar we kunnen al wel de volgende belangrijke tendensen onderscheiden:

  • Naast de grote klassierkers van de sector zijn regionaal een aantal concurrerende initiatieven ontstaan. Het gaat hier bijvoorbeeld over lokale coöperatieven fietskoeriers. Er zijn nogal wat ondernemers die zich in deze dynamiek willen storten, maar de mislukkingen bij de groten van de sector, zoals kortgeleden nog Menu Next Door, bewijs dat het een moeilijke niche is. Een van de uitdagingen voor de ontwikkeling van de collaboratieve economie is dat een zekere kritische massa moet worden bereikt om het netwerk uit te breiden maar met het risico om de lokale verankering te verliezen en hiermee ook het initiële maatschappelijk doel.
  • De functionele economie en de collaboratieve economie komen regelmatig met elkaar in aanvaring in de sector van de mobiliteit en de stadslogistiek. We zien dit in de vele initiatieven van free floating (witte fietsen), deelwagens en deelleveringen…
  • De uitwisseling van goederen en diensten tussen particulieren: het delen van bijvoorbeeld doe-het-zelfmateriaal is in de mode of platforms die u in contact kunnen brengen met serviceproviders bij u in de buurt.
  • De bloeiende It-sector van Brussel heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van een groot aantal onlineplatforms.
  • Ook de sociale sector is niet achtergebleven. CoopCity, het centrum voor sociaal en coöperatief ondernemen in Brussel vertaalt een begeleidingsaanvraag naar het coöperatieve model en de creatie van sociale ondernemingen die eventueel ook andere juridische vormen kunnen aannemen.  In het bijzonder lijkt de gezondheidssector vragende partij te zijn voor de uitbouw van nieuw samenwerkingsvormen zoals wordt gewezen door hetPollinize-programma van CoopCity.
  • Er werden ook nieuwe wettelijke regels vastgelegd, onder meer voor  de erkende platforms van de collaboratieve economie.
  • Naast de economische motieven (besparingen realiseren, nieuw inkomsten genereren) en de technologische tools, zijn er ook extra-economische belangen in het spel zoals een bijzondere aandacht voor het milieu, de solidariteit en de samenwerking… Deze samenwerking gaat trouwens verder dan de economie omdat ook participatieve initiatieven ontstaan die worden ontwikkeld door de overheid of door burgerverenigingen.

EU-GIVE: volgende stappen

Deze eerste vaststellingen zullen worden gepresenteerd en uitgediept met de andere Europese partners in het project. In de tweede fase van het project zal onder meer een informatiedag worden gepland op 13 juni 2018 en er komt een participatieve vergadering met de afnemende partijen, niet alleen met de bedoeling om het hierboven geciteerde potentieel te sensibiliseren, maar ook om regionale actoren te betrekken in het samenwerkingsinitiatief en mogelijke synergiën en samenwerkingen te identificeren.
Tijdens de derde fase in 2019 zullen de partners nieuw diensten ontwikkelen en uittesten voor ondernemers in de collaboratieve economie. EU-GIVE zal geen financiële ondersteuning bieden, maar voorziet een individuele en collectieve coaching voor 15 initiatieven. Het is de bedoeling om meer te inspireren, samen te werken en overleg te plegen met initiatieven bij onze partners in Spanje, Portugal, Italië, Letland en Slovenië.

Tot besluit: dit is nog maar het begin van het EU-GIVE-project om de collaboratieve economie van morgen te smeden die beantwoordt aan de zorgen en bekommernissen van de burgers.

Geïnteresseerd? Meer informatie over

Sleutelwoorden: collaboratieve economie, deeleconomie, Europa, sociale onderneming

 

Bronnen

  1. Communicatie van de Europese Commissie « Een Europese agenda voor de deeleconomie», COM/2016/0356 final, 2.6.2016
  2. Aurélie Duthoit, Petit manuel d’économie collaborative : à l’usage des entreprises, Paris : Groupe Eyrolles, 2015
  3. Podcast van de uitzending« Du Grain à moudre », « L’économie collaborative est-elle en voie de désubérisation ? », 03/01/2018
  4. Project EU-GIVE

“Dat project wordt gecofinancierd door de Europese Unie. De inhoud van deze website geeft enkel de mening van de auteur weer. De Commissie aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid voor het eventuele gebruik van de  hierboven vermelde informatie.”

Nieuws in de categorie Bekijk al het nieuws

Success stories of European companies entering global markets with the support of EEN International Network Partners in non EU countries.

Enterprise Europe Network is present in 29 non EU countries with local business support organisations part of the Network as International Network Partners. They provide valuable support to EU companies looking for information, advice and contacts in their non EU target countries. Have a look on some success stories and achievements reached by EU companies in non EU countries.

Online bedrijfsondersteuning voor EU-exporteurs van diensten naar Canada, Japan, Zwitserland en het VK

Access2Markets heeft het toepassingsgebied van zijn online handelsassistent voor diensten en investeringen uitgebreid tot honderd dienstensectoren in vier van de belangrijkste handelspartners van de EU: Canada, Japan, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk.

Wat is de beste intellectuele-eigendomsstrategie voor Zuidoost-Azië?

De South East Asia IP SME Helpdesk ondersteunt KMO's om hun intellectuele-eigendomsrechten in of met betrekking tot Zuidoost-Aziatische landen te beschermen.

Start typing and press Enter to search