Door gebruik te maken van EU-vrijhandelsovereenkomsten bij export-/import transacties kunnen bedrijven de douanetarieven voor de invoer van goederen in de landen van bestemming verlagen. Er zijn voorwaarden waaraan moet worden voldaan en er moet een proces worden gevolgd met de importeur. Bedrijven kunnen hun concurrentiepositie verbeteren ten opzichte van bedrijven uit niet-EU-landen die niet profiteren van dergelijke vrijhandelsovereenkomsten.
Elk product dat uit de EU wordt uitgevoerd of in de EU wordt ingevoerd, wordt ingedeeld onder een tariefcode. De classificatie helpt u te begrijpen welke voorwaarden en tarieven van toepassing zijn op uw specifieke product.
De tariefcode, ook wel productcode genoemd, bevat informatie over bijvoorbeeld de rechten en andere heffingen die op het product van toepassing zijn, eventuele beschermende maatregelen en invoer- en uitvoerformaliteiten en andere niet-tarifaire vereisten (gezondheidscertificaten, kwaliteitscontroles, CE-markering, enz.).
Wanneer een product internationaal wordt verhandeld, zal vaak een douanerecht of douanetarief van toepassing zijn. Zoals hoger vermeld, is het percentage van het tarief (indien van toepassing) gebaseerd op uw tariefcode. Wanneer er echter speciale handelsregelingen zijn (zoals vrijhandelsovereenkomsten of GSP), zijn er soms lagere of geen tarieven. Deze worden preferentiële tarieven genoemd. Om een preferentieel tarief aan te vragen, moet u rekening houden met de oorsprongsregels.
Oorsprongsregels zijn een essentieel onderdeel van handelsovereenkomsten van de EU. Omdat de overeenkomsten vaak lagere tarieven hanteren voor goederen uit partnerlanden, is het van essentieel belang om de oorsprong van uw product te kennen.
Oorsprongsregels bepalen in welk land een product is ingekocht of vervaardigd — de „economische nationaliteit” — en helpen ervoor te zorgen dat de douaneautoriteiten lagere rechten correct toepassen, zodat bedrijven er baat bij hebben.
Rosa — de Rules of Origin Self Assessment tool van de Europese Commissie — kan u helpen te achterhalen of uw product voldoet aan de basis productspecifieke regels in een stapsgewijze aanpak.
Zodra u weet dat uw product in aanmerking komt voor lagere douanerechten (uw product geldt als „van oorsprong”), is de volgende stap om de oorsprong te bewijzen aan de douaneautoriteiten van het land van bestemming. Pas dan kan de importeur lagere douanerechten betalen.
Elke handelsovereenkomst bevat specifieke regels voor oorsprongsprocedures. Er zijn verschillende soorten bewijs van oorsprong, afhankelijk van de handelsovereenkomst. In het algemeen kunnen ze ofwel
- een officieel certificaat van oorsprong dat is afgegeven door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer (zoals het „Verplaatsingscertificaat EUR.1”)
- een eigen verklaring van de exporteur (vaak aangeduid als een „oorsprongsverklaring” of een „factuurverklaring”
Voor officiële oorsprongscertificaten bevat de handelsovereenkomst een voorbeeld en instructies over het invullen ervan. Voor eigen verklaringen geeft de handelsovereenkomst aan welke tekst op de factuur of op andere documenten ter identificatie van de producten moet worden opgenomen.
Zodra u over alle benodigde documenten voor inklaring beschikt, inclusief het juiste bewijs van oorsprong voor uw product, bent u klaar om uw verzoek om lagere douanerechten te betalen aan de douaneautoriteiten in het land van bestemming voor te leggen.
Ga naar Access2markets om erachter te komen wat uw tariefcode is, of een preferentieel tarief van toepassing is, of uw product in aanmerking komt (ROSA-tool) en hoe u verder kunt gaan.
U kunt contact opnemen met Enterprise Europe Brussels voor persoonlijke ondersteuning om u te begeleiden bij het gebruik van het access2markets-platform.
Bron: Belgisch Agentschap voor Buitenlandse Handel